trabuquemos
Uiterlijk
vervoeging van |
---|
trabucar |
trabuquemos
- aanvoegende wijs eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van trabucar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van trabucar
vervoeging van |
---|
trabucarse |
trabuquemos
- aanvoegende wijs eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van trabucarse
- gebiedende wijs (ontkennend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van trabucarse