trabuca

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
trabucar

trabuca

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van trabucar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van trabucar
vervoeging van
trabucarse

trabuca

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van trabucarse