toverde voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • to·ver·de voor

Werkwoord

vervoeging van
voortoveren

toverde voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voortoveren
    • Ik toverde voor. 
    • Jij toverde voor. 
    • Hij, zij, het toverde voor.