toucheerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toucheerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tou·cheer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toucheren |
toucheerde
- enkelvoud verleden tijd van toucheren
- Ik toucheerde.
- Jij toucheerde.
- Hij, zij, het toucheerde.
- Ik toucheerde.