toewuift

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·wuift

Werkwoord

vervoeging van
toewuiven

toewuift

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toewuiven
    • ... dat jij toewuift. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toewuiven
    • ... dat hij toewuift. 

Gangbaarheid