Naar inhoud springen

toewendde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·wend·de

Werkwoord

vervoeging van
toewenden

toewendde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toewenden
    • ... dat ik toewendde. 
    • ... dat jij toewendde. 
    • ... dat hij, zij, het toewendde. 

Gangbaarheid