toematen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·ma·ten
Zelfstandig naamwoord
de toematen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord toemaat
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toemeten |
toematen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toemeten
- ...dat wij toematen.
- ...dat jullie toematen.
- ...dat zij toematen.
- ...dat wij toematen.