toefluisterden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·fluis·ter·den

Werkwoord

vervoeging van
toefluisteren

toefluisterden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toefluisteren
    • ...dat wij toefluisterden. 
    • ...dat jullie toefluisterden. 
    • ...dat zij toefluisterden. 

Gangbaarheid