toebonden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·bon·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toebinden |
toebonden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toebinden
- ...dat wij toebonden.
- ...dat jullie toebonden.
- ...dat zij toebonden.
- ...dat wij toebonden.