Naar inhoud springen

tikte uit

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 15 jul 2018 om 21:01 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} {{-syll-}} *tik·te uit {{-verb-|0}} {{ovt-enk|uittikken}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • tik·te uit
vervoeging van
uittikken

tikte uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uittikken
    • Ik tikte uit. 
    • Jij tikte uit. 
    • Hij, zij, het tikte uit.