theedronk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • thee·dronk

Werkwoord

vervoeging van
theedrinken

theedronk

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van theedrinken
    • ... dat ik theedronk. 
    • ... dat jij theedronk. 
    • ... dat hij, zij, het theedronk. 

Gangbaarheid