tevredenstelt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·vre·den·stelt

Werkwoord

vervoeging van
tevredenstellen

tevredenstelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tevredenstellen
    • ... dat jij tevredenstelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tevredenstellen
    • ... dat hij tevredenstelt.