terugzakkende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·zak·ken·de
Werkwoord
vervoeging van: | terugzakken |
terugzakkende
- verbogen vorm van terugzakkend, het onvoltooid deelwoord van terugzakken
vervoeging van: | terugzakken |
verbogen vorm: | terugzakkendee |
terugzakkende