Naar inhoud springen

terugvloog

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 mei 2018 om 11:20 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *te·rug·vloog {{-verb-|0}} {{ovt-enk-bijz...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • te·rug·vloog
vervoeging van
terugvliegen

terugvloog

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terugvliegen
    • ... dat ik terugvloog. 
    • ... dat jij terugvloog. 
    • ... dat hij, zij, het terugvloog.