terugontvingen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·ont·vin·gen

Werkwoord

vervoeging van
terugontvangen

terugontvingen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugontvangen
    • ...dat wij terugontvingen. 
    • ...dat jullie terugontvingen. 
    • ...dat zij terugontvingen. 

Gangbaarheid