tabellariseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ta·bel·la·ri·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tabellariseren |
tabellariseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tabellariseren
- Ik tabellariseer.
- gebiedende wijs van tabellariseren
- Tabellariseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tabellariseren
- Tabellariseer je?
Gangbaarheid
- Het woord tabellariseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.