synchroniseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- syn·chro·ni·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
synchroniseren |
synchroniseerden
- meervoud verleden tijd van synchroniseren
- Wij synchroniseerden.
- Jullie synchroniseerden.
- Zij synchroniseerden.
- Wij synchroniseerden.