sustraiga

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
sustraer

sustraiga

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sustraer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sustraer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sustraer