suspendeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sus·pen·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
suspenderen |
suspendeerde
- enkelvoud verleden tijd van suspenderen
- Ik suspendeerde.
- Jij suspendeerde.
- Hij, zij, het suspendeerde.
- Ik suspendeerde.
vervoeging van |
---|
suspenderen |
suspendeerde