suspendeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sus·pen·deer·de

Werkwoord

vervoeging van
suspenderen

suspendeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van suspenderen
    • Ik suspendeerde. 
    • Jij suspendeerde. 
    • Hij, zij, het suspendeerde.