surveilleerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sur·veil·leer·den

Werkwoord

vervoeging van
surveilleren

surveilleerden

  1. meervoud verleden tijd van surveilleren
    • Wij surveilleerden. 
    • Jullie surveilleerden. 
    • Zij surveilleerden.