stilhoudt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stil·houdt

Werkwoord

vervoeging van
stilhouden

stilhoudt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stilhouden
    • ... dat jij stilhoudt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stilhouden
    • ... dat hij stilhoudt.