steriliseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ste·ri·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
steriliseren

steriliseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van steriliseren
    • Ik steriliseerde. 
    • Jij steriliseerde. 
    • Hij, zij, het steriliseerde.