stampte af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stampte af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stamp·te af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstampen |
stampte af
- enkelvoud verleden tijd van afstampen
- Ik stampte af.
- Jij stampte af.
- Hij, zij, het stampte af.
- Ik stampte af.