Naar inhoud springen

souteneer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sou·te·neer

Werkwoord

vervoeging van
souteneren

souteneer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souteneren
    • Ik souteneer. 
  2. gebiedende wijs van souteneren
    • Souteneer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souteneren
    • Souteneer je?