souteneer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sou·te·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
souteneren |
souteneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souteneren
- Ik souteneer.
- gebiedende wijs van souteneren
- Souteneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souteneren
- Souteneer je?