sonjabakkerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- son·ja·bak·ker·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sonjabakkeren |
sonjabakkerde
- enkelvoud verleden tijd van sonjabakkeren
- Ik sonjabakkerde.
- Jij sonjabakkerde.
- Hij, zij, het sonjabakkerde.
- Ik sonjabakkerde.