socialiseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: socialiseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- so·ci·a·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
socialiseren |
socialiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van socialiseren
- Ik socialiseer.
- gebiedende wijs van socialiseren
- Socialiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van socialiseren
- Socialiseer je?