sneakers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- snea·kers
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘schoenen met zachte zolen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1987 [1]
Zelfstandig naamwoord
sneakers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord sneaker
Gangbaarheid
- Het woord sneakers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sneakers" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |