sluimerde in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slui·mer·de in

Werkwoord

vervoeging van
insluimeren

sluimerde in

  1. enkelvoud verleden tijd van insluimeren
    • Ik sluimerde in. 
    • Jij sluimerde in. 
    • Hij, zij, het sluimerde in.