slijp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slijp

Werkwoord

vervoeging van
slijpen

slijp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slijpen
    • Ik slijp. 
  2. gebiedende wijs van slijpen
    • Slijp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slijpen
    • Slijp je? 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be