sjokte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sjok·te

Werkwoord

vervoeging van
sjokken

sjokte

  1. enkelvoud verleden tijd van sjokken
    • Ik sjokte. 
    • Jij sjokte. 
    • Hij, zij, het sjokte. 
     Die 18-jarige Goldie had helemaal gelijk, waarom kon ik niet gewoon van het moment genieten? Waar kwam die onrust toch vandaan? Ik sjokte verder en zag de rivier af en toe ver onder mij in de kloof liggen.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia