sesongen
Noors
Woordafbreking
- se·son·gen
Naar frequentie | 7406 |
---|
Zelfstandig naamwoord
sesongen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van sesong
Nynorsk
Woordafbreking
- se·son·gen
Zelfstandig naamwoord
sesongen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van sesong