secondeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- se·con·deer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
seconderen |
secondeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van seconderen
- Ik secondeer.
- gebiedende wijs van seconderen
- Secondeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van seconderen
- Secondeer je?