scrutineerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scru·ti·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
scrutineren

scrutineerde

  1. enkelvoud verleden tijd van scrutineren
    • Ik scrutineerde. 
    • Jij scrutineerde. 
    • Hij, zij, het scrutineerde.