scrutineerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scru·ti·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scrutineren |
scrutineerde
- enkelvoud verleden tijd van scrutineren
- Ik scrutineerde.
- Jij scrutineerde.
- Hij, zij, het scrutineerde.
- Ik scrutineerde.
vervoeging van |
---|
scrutineren |
scrutineerde