schuifdakje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schuifdakje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• schuif·dak·je

Zelfstandig naamwoord

het schuifdakje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schuifdak

Gangbaarheid

• Het woord schuifdakje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.