schuddebuik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schuddebuik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schud·de·buik
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schuddebuiken |
schuddebuik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuddebuiken
- Ik schuddebuik.
- gebiedende wijs van schuddebuiken
- Schuddebuik!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuddebuiken
- Schuddebuik je?