schteent

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • schteent

Werkwoord

schteent

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van schteene

Werkwoord

schteent

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van schteene
Schrijfwijzen