schrei

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrei

Werkwoord

vervoeging van
schreien

schrei

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schreien
    • Ik schrei. 
  2. gebiedende wijs van schreien
    • Schrei! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schreien
    • Schrei je?