schoonwrijft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schoon·wrijft

Werkwoord

vervoeging van
schoonwrijven

schoonwrijft

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schoonwrijven
    • ... dat jij schoonwrijft. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schoonwrijven
    • ... dat hij schoonwrijft.