Naar inhoud springen

schoonden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 8 jul 2018 om 08:34 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *schoon·den {{-verb-|0}} {{ovt-mv|schonen}...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • schoon·den
vervoeging van
schonen

schoonden

  1. meervoud verleden tijd van schonen
    • Wij schoonden. 
    • Jullie schoonden. 
    • Zij schoonden.