schermutselde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scher·mut·sel·de

Werkwoord

vervoeging van
schermutselen

schermutselde

  1. enkelvoud verleden tijd van schermutselen
    • Ik schermutselde. 
    • Jij schermutselde. 
    • Hij, zij, het schermutselde. 

Gangbaarheid