schepte af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schepte af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schep·te af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afscheppen |
schepte af
- enkelvoud verleden tijd van afscheppen
- Ik schepte af.
- Jij schepte af.
- Hij, zij, het schepte af.
- Ik schepte af.