scharnierde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scharnierde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schar·nier·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scharnieren |
scharnierde
- enkelvoud verleden tijd van scharnieren
- Ik scharnierde.
- Jij scharnierde.
- Hij, zij, het scharnierde.
- Ik scharnierde.