schamperde
Uiterlijk
- Geluid: schamperde (hulp, bestand)
- scham·per·de
vervoeging van |
---|
schamperen |
schamperde
- enkelvoud verleden tijd van schamperen
- Ik schamperde.
- Jij schamperde.
- Hij, zij, het schamperde.
- Ik schamperde.
vervoeging van |
---|
schamperen |
schamperde