savoureerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·vou·reer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
savoureren |
savoureerden
- meervoud verleden tijd van savoureren
- Wij savoureerden.
- Jullie savoureerden.
- Zij savoureerden.
- Wij savoureerden.
vervoeging van |
---|
savoureren |
savoureerden