samenblijft
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: samenblijft (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sa·men·blijft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenblijven |
samenblijft
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenblijven
- ... dat jij samenblijft.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenblijven
- ... dat hij samenblijft.