rondstraalde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rond·straal·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rondstralen |
rondstraalde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van rondstralen
- ... dat ik rondstraalde.
- ... dat jij rondstraalde.
- ... dat hij, zij, het rondstraalde.
- ... dat ik rondstraalde.