rodí
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /rɔɟiː/
Woordafbreking
- ro·dí
Werkwoord
rodí
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord rodit
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord rodit