rodí

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /rɔɟiː/
Woordafbreking
  • ro·dí

Werkwoord

rodí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord rodit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord rodit
Anagrammen