Naar inhoud springen

riskeer

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 1 mei 2017 om 19:55 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ris·keer

Werkwoord

vervoeging van
riskeren

riskeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van riskeren
    • Ik riskeer. 
  2. gebiedende wijs van riskeren
    • Riskeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van riskeren
    • Riskeer je?