rijkte aan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijkte aan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rijk·te aan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanrijken |
rijkte aan
- enkelvoud verleden tijd van aanrijken
- Ik rijkte aan.
- Jij rijkte aan.
- Hij, zij, het rijkte aan.
- Ik rijkte aan.