richtingaanwijzerschakelaartje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rich·ting·aan·wij·zer·scha·ke·laar·tje
Zelfstandig naamwoord
het richtingaanwijzerschakelaartje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord richtingaanwijzerschakelaar